Samenvatting van de vrijstellingsvoorwaarden

Wanneer u een vrijstelling krijgt, betekent dit niet dat u zomaar kunt doen wat u wilt. Uw vrijstelling heeft namelijk een aantal voorwaarden, die worden vermeld op het besluit tot verstrekking. Deze voorwaarden zijn (onder voorbehoud):

  1. Het Centraal Meldpunt voor Vrachtautoberging (CMV) moet opdracht geven tot het verplaatsen van een voertuig of samenstel van voertuigen.
  2. Het bergingsvoertuig moet door Rijkswaterstaat goed zijn gekeurd als zwaar bergingsvoertuig. Deze verklaring is nog geldig.
  3. Een voertuig of samenstel van voertuigen moet van de incidentlocatie worden verplaatst naar:
    1. de dichtstbijzijnde vestiging van het bergingsbedrijf dat de opdracht van het CMV ontving;
    2. een adres dat de eigenaar van het voertuig of het samenstel van voertuigen kiest. Dit adres moet binnen een straal van 30 kilometer van de incidentlocatie liggen;
    3. de dichtstbijzijnde veilige locatie;
    4. een andere locatie in opdracht van de wegbeheerder of politie.
  4. De volgende maximumsnelheden gelden voor bergingsvoertuigen:
    1. buiten de bebouwde kom op autosnelwegen: 60 km/u
    2. buiten de bebouwde kom op autowegen: 50 km/u
    3. buiten de bebouwde kom op andere wegen: 40 km/u
    4. binnen de bebouwde kom: 30 km/u
  5. De bestuurder moet bij controle altijd de vrijstelling (en onderliggende documenten) kunnen tonen aan toezichthouders en opsporingsambtenaren.
  6. De bestuurder moet altijd de vrijstelling (en onderliggende documenten) kunnen tonen aan medewerkers van Rijkswaterstaat.
  7. De bestuurder moet bij bergingen die gebruik maken van de vrijstelling het originele document met de vrijstelling (en onderliggende documenten) bij zich hebben in de cabine.
  8. De bestuurder moet het voertuig gebruiken binnen de grenzen van de fabrikant of importeur van het voertuig en de bergingsinstallatie. Wanneer grenzen niet kunnen worden aangegeven, volstaat ook een verklaring van TNO Automotive in Helmond of een andere organisatie met vergelijkbare expertise. Wanneer er één of meer grenzen overschreven worden, mag de rijdende combinatie niet harder rijden dan 15 km/u. Ook moet erachter een voertuig rijden met zwaailichten, zoals omschreven in de Regeling Optische en Geluidssignalen en moet de verkeerscentrale van Rijkswaterstaat direct op de hoogte worden gesteld.
  9. Nadat de vrijstelling is verstrekt, mag het bergingsvoertuig geen wijzigingen meer ondergaan in de constructie. Gebeurt dit wel, dan vervalt de vrijstelling. Het gaat dan om wijzigingen die staan beschreven in de artikelen 6.3 tot en met 6.10 van de Regeling Voertuigen of andere wijzigingen die invloed hebben op de capaciteit of gewichten van het voertuig.
  10. Het bergingsvoertuig moet banden hebben die op een as gemonteerd samen een draagvermogen hebben dat groter is dan of gelijk aan het technisch draagvermogen van die as. Is dit niet zo, dan is het technische draagvermogen van die as gelijk aan het maximale draagvermogen van de banden op die as.
  11. Het bergingsvoertuig mag niet meer dan één voertuig of samenstel van voertuigen vervoeren.

Contact

STIMVA
Papendorpseweg 101, Utrecht
Tel: 088-797 3650

Of e-mail ons 

Over STIMVA

Disclaimer:
De informatie op deze website wordt met grote zorg samengesteld en gepresenteerd. Toch kan het voorkomen dat er iets niet klopt. We kunnen de informatie dan direct wijzigen, zonder dit eerst aan te kondigen. STIMVA is bovendien niet aansprakelijk voor elke vorm van schade die ontstaat door deze website te bezoeken.

 

Cookie-instellingen